Gran TorinoEr gaan geruchten dat Gran Torino Clint’s laatste kunstje als acteur zal zijn, vanaf nu zou hij alleen achter de camera willen werken. Zulke geruchten zijn er al vaker geweest, maar de film zou een mooie afsluiting zijn van een halve eeuw durende acteercarrière. De oude meester speelt in Gran Torino namelijk één van zijn beste rollen, en de film behoort als zodanig ook tot de betere in zijn oeuvre.
Clint is Walt Kowalski,een oorlogsveteraan en oude brombeer die na de dood van zijn vrouw de schijn niet meer wenst op te houden. Hij wil enkel met rust worden gelaten en zou het liefst de hele dag bier drinken op zijn balkon, in het gezelschap van zijn oude hond, mopperend op de hele wereld. Walt woont in een buurt die langzaam maar zeker wordt ingenomen door Aziaten (spleetogen volgens hem), die hem doen denken aan de mensen tegen wie hij gevochten heeft in de Koreaanse oorlog (zo oud is hij). Walt begrijpt niet wat die mensen komen zoeken in een stad als Detroit, waar het zes maanden per jaar vriest dat het kraakt. Dan gebeuren er twee dingen die zijn leven ingrijpend zullen veranderen: zijn buurjongen tracht zijn grote trots, zijn auto van het type Gran Torino, te stelen, en zelf komt Walt tussenbeide als de iets oudere zus van de jongen wordt lastiggevallen door een paar opdringerige straatschoffies. Via het meisje raakt hij in contact met zijn buren, en leert hij de waarheid achter de ‘diefstal’ van de jongen kennen. Uiteindelijk ontstaat er zelfs een soort van vriendschap tussen de oude brompot en de leergierige Aziatische jongen …
Na het sentimentele Million Dollar Baby (niettemin bekroond) en het weinig overtuigende oorlogstweeluik Flags of our Fathers/Letters from Iwo Jima, was Gran Torino voor mij een verademing. Het is een mooie karakterstudie en hoewel de film niet àl te diep graaft, durft hij toch enkele rake dingen te zeggen over raciale spanningen. Als Gran Torino een Nederlandse film was geweest, zou de schuld voor de gebrekkige integratie van de Hmong puur de schuld zijn geweest van ‘blank Amerika’ en geheel en al zijn geweten aan ‘uitsluiting’; in Gran Torino ligt de schuld evenzeer bij de Aziaten als bij de blanken, beiden sluiten zich op in hun eigen leefwereld, beiden willen de ander op afstand houden. Juist het feit dat de jongen Thao zich losmaakt van zijn eigen gemeenschap (door zijn vriendschap met Walt en het werk dat hij accepteert), leidt uiteindelijk tot het drama.
Laten we eerlijk zijn: Gran Torino is één grote Clint Eastwood show – hij is het begin, midden en einde van de productie, zonder hem was de boel uitgedraaid op één groot fiasco. De overige vertolkingen zijn van beduidend mindere kwaliteit, soms zelf uitgesproken matig (alleen Ahney Her, als het buurmeisje, houdt zich enigszins staande naast de meester). Het scenario neemt sommige lastige bochten wat al te gemakkelijk: zo komt er natuurlijk meer kijken bij een succesvolle integratie – in welke maatschappij dan ook – dan het aanleren van een paar krachttermen. Maar het kan de film eigenlijk amper deren. Ook al gebeurt er niet zo heel veel, het wordt geen moment saai of vervelend, en het slot is zelfs spannend en aangrijpend. Wie het oeuvre van Eastwood een beetje kent, zal onmiddellijk denken aan zijn eerste grote rol, in Sergio Leone’s A Fistful of Dollars, en zo iemand zal zeker hopen dat Clint een metalen plaat onder zijn jas draagt.
Of dat zo is, moet u zelf maar controleren.
Aanraders in overeenkomstige genres, volgens Boobytrap: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
Terug naar vorige pagina | Naar filmoverzicht |