Het is 1990 en in de Bronx is het anarchie. Criminaliteit en geweld tieren er welig, daar de politie er geen stap meer zet. Het zijn rivaliserende motorbendes die het er voor het zeggen hebben. Wanneer de dochter van een rijke industrïeel in de Bronx belandt en er meteen verliefd wordt op bendeleider Trash, stuurt pa een gemene klootzak om haar terug te halen naar Manhattan. Deze Hammer is geboren en getogen in de Bronx en is van plan om op gewelddadige wijze huis te houden. Zijn missie interesseert hem niet bijster veel; wat hij bovenal wenst te doen is zijn naam op de kaart zetten in zijn oude buurt. Naast zijn bedrevenheid met schietgerei, is het vooral zijn gewiekstheid dat hij als wapen gebruikt. Het onderlinge wantrouwen tussen de bendes, die in een soort patstelling leven, weet hij goed uit te buiten om ze tegen elkaar op te zetten. Het is nu zaak voor Trash om zijn voornaamste rivaal ervan te overtuigen dat er een gemeenschappelijke vijand is de hen beiden in de luren wil leggen...
Mad Max achtige toestanden in de Bronx onder regie van de polyvalente b-regisseur Enzo G. Castellari. Op papier ziet dit er echter beter uit dan wat er uiteindelijk geboden wordt. De film heeft een, zij het in kleine kring, aardige cultreputatie. Dit in ogenschouw nemende, viel de film de eerste maal dat ik hem zag nogal tegen. Er zitten nogal wat stukken in die je gerust kunt benutten om het toilet te bezoeken of om je met een slakkengang naar de koelkast te bewegen. Toch waagde ik een tweede kijkpoging, omdat ik de Nederlandse dvd ervan voor anderhalve euro nu eenmaal niet kon laten liggen. Voorbereid op iets matigs ging 1990: The Bronx Warriors er een stuk beter in.
Zolang je er niets groots van verwacht is de film dus redelijk te doen. Hoewel het niet helemaal duidelijk is of er zojuist een nucleaire holocaust heeft plaatsgevonden, ga ik er maar van uit. Waarom anders zouden er immers ongezond uitziende mutanten in de spelonken van de Bronx leven. De belachelijke outfits van een hoop bendeleden doet ook al vermoeden dat reguliere kledingzaken een apocalypse niet hebben overleefd. Hoewel de film niet stikt van de actie is er toch een redelijk aantal brute momenten, dit terwijl de karakters stuk voor stuk zo badass zijn dat ik het lachen maar moeilijk kon onderdrukken. Als je hierbij optelt de aanwezigheid van helden als Fred Williamson en George Eastman, dan valt de cultreputatie wel te begrijpen. Niettemin blijft dit een (ietwat armzalige) spaghetti ripoff van John Carpenter's Escape from New York. Maar ach, zo erg is dat niet. Waarschijnlijk komt er een derde keer dat ik de film zal zien, waarop hem nog weer ietsje beter zal vinden. Voorlopig houd ik het op een krappe voldoende.