Rancher Marthy Hillman heef het aan de stok met de bende van Carter. Zijn personeel houdt het hierdoor nooit lang uit. Ze vertrekken met de staart tussen de benen of lopen tegen kogels aan. Maar daar komt de ongekend snelle revolverheld Ringo aanwaaien, helemaal uit Nebraska. Hij besluit Hillman te helpen. Het eerste punt op de agenda is het oplossen van de moord op Donato, voorman van Hillman. Maar als de dronken sheriff zijn neus te diep in de zaak steekt, ligt ook hij spoedig in een kist. De gewelddadige dood van de man met de tinnen ster dreigt in de schoenen van Hillman en Ringo geschoven te worden. Maar Ringo blijkt zowel qua schietkunsten als gewiekstheid een geduchte tegenstander. Hij komt er bovendien achter waarom Carter het heeft voorzien op Hillman, en dat Hillman en zijn vrouw niet zo koosjer zijn als dat ze op het eerste gezicht lijken...
Hij kreeg ervoor niet de credits, maar het is Mario Bava die Ringo del Nebraska regisseerde. Het is een van de drie uitstapjes die de regisseur maakte in het Wilde Westen en wordt door velen gezien als zijn beste western. Het is niet de duurste pief-paf-poef en het scenario is vrij standaard, maar Bava weet goed met deze riemen te roeien. Cinematografisch ziet het er goed uit, met hier en daar shots waar enkel een vakmeester op kan komen. Ook uit de cast wordt het maximale gehaald en de muziek is bijzonder aardig. Dit alles zorgt ervoor dat deze spaghetti western, ondanks de ietwat afgezaagde plot, toch redelijk weet te boeien. Voorts zijn de standaard ingrediënten voldoende vertegenwoordigd; vechtpartijen, geschiet en een miniscuul romantisch subplotje. De prent is nergens fantastisch, maar geholpen door de relatief korte speelduur, slaat de verveling evenmin toe. Ondanks het feit dat Mario Bava, evenals hoofdrolspeler Ken Clark overigens, beter thuis was in andere geres, is dit een niet onaardige western.