De Hel van '63Gekkenwerk werd het doorgaan van de Elfstedentocht van 1963 genoemd. De wedstrijd vond plaats bij een temperatuur van -19 graden, en om het nog erger te maken stak in de loop van de dag een ijzige stormwind op. Slechts 69 van de (naar schatting) in totaal 10.000 deelnemers haalden de eindstreep in Leeuwarden, nog altijd een diepterecord. Meer dan 2000 personen hadden medische verzorging nodig. Veel deelnemers begonnen onvoorbereid aan de tocht: ze hadden onvoldoende voedsel bij zich en droegen te lichte kleding. Ogen, vingers en geslachtsdelen bevroren. Uitgetelde deelnemers lagen soms urenlang op het ijs voordat ze werden gevonden. Inderdaad: het was een hel.
En nu is er dus de film. Aanvankelijk wilde men zich concentreren op de wedstrijdrijders, zoals de (verassende) winnaar Reinier Paping en zijn grote rivaal (en grote favoriet) Jeen van de Berg, maar die aanpak bleek niet zo heel goed te werken. Daarom werd besloten om de aandacht te verplaatsen naar vier toerrijders, ieder met hun eigen verhaal: Annemiek rijdt voor haar overleden vriend, Kees wil zich tegenover zijn zwangere vriendin bewijzen, Henk is een soldaat die deserteert om aan de tocht deel te nemen, en boerenzoon Sjoerd droomt van een eigen boerderij en denkt een rijke oom met een elfstedenkruisje te kunnen vermurwen om borg te staan bij een lening. Voor de film werden opnamen gemaakt in Finland en in diverse Friese steden; in Sneek werden honderden plaatselijke bewoners opgetrommeld om in typische kleding uit die dagen de bevroren gracht te omzomen. Dat is allemaal prachtig, maar regisseur De Jong zet sommige dramatische scènes zo zwaar aan, dat het effect haast potsierlijk is. Ook zijn er een paar quasi-grappige scènes ingevoegd, van nogal twijfelachtige kwaliteit en allooi (met name die rond een journalist en zijn dellerige collega zijn beschamend). De scènes waarin wordt getoond onder welke druk het organisatie-comité stond, zijn veel overtuigender. De acteerprestaties zijn al even wisselvallig, waarbij de nieuwkomers zich beter van hun taak kwijten dan sommige routiniers. Zegers en Jansen stellen zich nogal aan, en weten nooit de indruk te wekken dat ze meer zijn dan twee verklede acteurs, maar Chava voor in ’t Holt komt met haar grote hertenogen vrij overtuigend over als de getroffen verpleegster Annemiek, die een jaar eerder haar vriend heeft verloren, en Lourens van den Akker is zelfs een openbaring als de Friese boerenzoon. Hoe dan ook, het begin van de film verloopt wat stroef, maar als iedereen eenmaal op het ijs wordt gekwakt, in de snijdende wind en opstuivende sneeuw, wordt je onwillekeurig het verhaal binnengezogen. De 5.1 soundtrack (van uitstekende kwaliteit) jaagt daarbij de kou zo overtuigend de huiskamer in, dat ik bijna een winterjas had aangetrokken. Je gaat zowaar meeleven met de personages, en Cees Geel voegt een paar grappige momenten toe als de superieur van de gedeserteerde soldaat, een ware dienstklopper die vrolijker wordt naarmate hij meer glaasjes Beerenburg achter zijn kiezen heeft. Het is gemakkelijk op de film af te breken aan de hand van de van diverse scènes die zo uit een soapopera lijken geplukt (een vrouw die een kind ter wereld brengt terwijl haar vriend bijna het leven laat in de sneeuwstorm, en dat alles via cross-cutting samengebracht – je moet het maar verzinnen!), maar wie aan dergelijke minpunten voorbij kan stappen, heeft aan De Hel van ’63 uiteindelijk een flinke brok vertier. Na het mindere begin, loopt de film als een trein en hij is voorbij voordat je het in de gaten hebt. Een aardige publieksfilm, zogezegd.
Aanraders in overeenkomstige genres, volgens Boobytrap: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
Terug naar vorige pagina | Naar filmoverzicht |