Het is 1970 in Brazilie. Er heerst een dictatuur, maar het volk vindt afleiding middels het nationale voetbalteam dat het WK in Mexico zal winnen. Tegen deze achtergrond wordt het jochie Mauro door zijn ouders bij opa afgezet, zogenaamd omdat pa en ma op vakantie gaan. De werkelijkheid is minder florissant. Mauro´s ouders vluchten voor het systeem en opa is inmiddels overleden. Een oude, norse Jood ontfermt zich over het mannetje. Mauro sluit nieuwe vriendschappen en wacht op zijn ouders, die toch wel terug zouden moeten zijn voor de WK finale...
Braziliaanse productie die nogal wat weg heeft van het Japanse Kikujiro no natsu (1999) en het Argentijnse Valentín (2002). Ook hier is namelijk sprake van lichtvoetig drama met een sympathiek jochie als hoofdpersoon. Een lach hier, een traan daar, een voorstukkelend verhaal en dan is het klaar. Net als in voornoemde films zonder Hollywoodzweem, dat gelukkig wel.
Hoewel O Ano em Que Meus Pais Saíram de Férias zonder meer aardig gemaakt is en de film hierdoor gemakkelijk wegkijkt, vind ik het allemaal niet heel bijzonder. Zoals ik reeds aangaf bestaan er vergelijkbare films, welke ook nog eens beter zijn. De teneur is nochtans sympathiek, waardoor de feelgood opzet geslaagd kan worden genoemd. Bovendien zorgen enkele serieuze ondertonen voor wat fundament. Heel erg mijn ding is dit soort films echter niet, hetgeen deels de door mij uitgedeelde onvoldoende verklaart. Het feit dat de film, op de Nederlandse staatstelevisie, om onbegrijpelijke redenen werd uitgezonden in het Frans hielp overigens evenmin.