Een geslepen terrorist (Timothy Bottoms) zaait paniek bij pretparken door achtbanen te saboteren, met alle vervelende gevolgen vandien. Hij wil $1 miljoen, anders gebeurt het nog een keer. Wanneer hij gemerkte biljetten krijgt is hij over de zeik. Hij belooft op 4 juli weer toe te slaan. Het is aan inspecteur George Segal om de boel te onderzoeken en een nieuwe ramp te voorkomen...
Afgezien van een paar geslaagde terreurfragmenten in pretparken, zou ik Rollercoaster niet als een erg wilde achtbaanrit zou willen omschrijven. In de hoedanigheid van thriller doet de rolprent zijn werk echter naar behoren. Het aardige acteerwerk door een bovenmaatse rolbezetting helpt hierbij een handje. Het is met name de geslaagde wisselwerking tussen Bottoms en Segal die het hem in dezen doet, terwijl veteranen als Henry Fonda en Richard Widmark in bijrollen acte de présence geven. Rollercoaster markeert overigens tevens het filmdebuut van een piepjonge Helen Hunt, die niettemin vrij herkenbaar is.
Rollercoaster heeft wel wat. Ik werd ermee in elk geval beter vermaakt dan ik op voorhand verwachtte. Maar er had in principe nog meer ingezeten. De film komt met enige regelmaat met ongeloofwaardige verwikkelingen op de proppen, die toch wel enige afbreuk doen aan de kijkervaring. Bovendien is de film met zijn kleine twee uur speelduur aan de lange kant. Een dergelijk verhaal dient mijns inziens in anderhalf uur verteld te worden.