In 1970 leek de glorietijd van het Britse Hammer House of Horror voorbij. De films rond Dracula en Frankenstein hoorden eigenlijk thuis in de jaren vijftig, maar ze hadden de jaren zestig moeiteloos overleefd: de mensen bleven dol op dit soort griezelfilms. Maar de klip van de jaren zeventig leek moeilijker te nemen. Het productiehuis zocht toen zijn heil in een beproefd concept: meer bloed en bloot. The Vampire Lovers is het eerste deel van een trilogie over een lesbische vampier die telkens opstaat uit het graf en op zoek gaat naar hapklare brokken vrouwenvlees.
In de openingsscène, vertelt een zekere Baron Von Hartog hoe hij er in slaagde om de vampierenfamilie Karnstein vrijwel geheel uit te roeien. Slechts één familielid, een jonge vrouw genaamd Carmilla, ontsnapte aan de slachting. Jaren later mengt zij zich onder de naam Marcilla onder de plaatselijke bevolking. Ze verleidt de jonge maagd Laura, het nichtje van generaal Von Spieldorf, en later geraken ook een tweede maagd plus haar gouvernante onder haar betovering. Een ware lesbische vampierenplaag teistert de omgeving. Uiteindelijk slaan baron Hartog en generaal Von Spieldorf de handen ineen om een einde te maken aan de terreur.
Het vele naakt en de openlijk lesbische liefdesscènes waren tamelijk gewaagd voor de vroege jaren zeventig en in sommige landen werd de film dan ook ingekort. Ook het geweld is verrassend grafisch, met een paar staken die recht door het hart gaan en zelfs twee onthoofdingen. Ingrid Pritt is sexy als Carmilla/Marcilla, en ook de op bloed beluste blondines en brunettes aan haar zijde zijn het aanzien meer dan waard. Omdat de film is gebaseerd op een klassieke roman van Sheridan Le Fanu, zit het script wat beter in elkaar dan gewoonlijk. Helaas begint het wel een beetje duidelijk te worden dat dit soort verhalen anno 1970 passé waren. Zo nu en dan gaat het verdacht veel op een parodie lijken.