De eerste film was een film voor de hele familie, de tweede was al wat gemener en deze derde Jurassic Park is een volbloed griezelfilm. De lengte is kort (minder dan negentig minuten) de dino's bloeddorstig en de personages irritant (dus het is niet erg als er iemand wordt vermorzeld).
Sam Neil (de dino-professor uit deel 1) wordt onder valse voorwendsels (en een ongedekte cheque) naar Isla Sorna gelokt, het eiland waar de dinosaurussen vrij spel hebben. Een echtpaar is op zoek naar hun zoon, die in de omgeving ging paragliden (wat een idee!) en een noodlanding moest maken op het eiland. Ze hebben ook een paar zwaarbewapende bewakers ingehuurd, maar die zijn niet tegen de dino's opgewassen, het wordt dus opnieuw rennen voor je leven.
Er is niets nieuws onder de zon, maar regisseur Joe Johnston (die het roer overneemt van Steven Spielberg) houdt de vaart er goed in en de special effects zijn uitmuntend, soms bijna ongelooflijk: de dino's hebben er nooit eerder zo echt uitgezien. Er zijn wellicht te veel crisissituaties - we hollen en tollen van de ene aanval naar de andere - maar sommige scènes zijn razend spannend, met name de passage door de vogelkooi. De zwakste schakel wordt gevormd door de stupide, ééndimensionele karakters. Téa Leoni is werkelijk onuitstaanbaar als gillende mama.