De eerste film rond Frankenstein van het fameuze Hammer House of Horror. Het is in grote lijnen een remake van de film uit 1931 met Boris Karloff, maar er zijn een paar wijzingen doorgevoerd. Zo wordt de krankzinnige dokter dit keer niet geassisteerd door een randfiguur van twijfelachtig allooi, maar door zijn voormalige leraar, een man met het hart op de juiste plaats.
In de gevangenis wacht een veroordeelde Dr. Frankenstein op zijn executie. Hij krijgt bezoek van zijn voormalige leraar, Paul Krempe, en samen kijken ze terug op hun gezamenlijke avonturen. Twintig jaar eerder diende Paul zich aan bij Huize Frankenstein als privédocent van de zoon des huizes, Victor. De jongeman ontpopte zich al snel als een briljante student, maar hij bleek ook een voorliefde te hebben voor bizarre experimenten. Nadat hij een dode hond weer tot leven had gewekt, vatte hij het plan op om een nieuwe mens te scheppen met behulp van lichaamsdelen van overlevenden. Uiteindelijk slaagde hij daarin, maar het 'monster' dat hij had geschapen, zou zich niet gedragen zoals hij had voorzien ...
Samen met (het nòg succesvollere) Dracula uit 1958 zorgde de film voor de doorbraak van de Britse Hammer Studios. De twee producties waren ook verantwoordelijk voor een heuse revival van gothic horror, die tot aan het eind van de jaren zestig zou aanhouden, met een hele reeks films rond de bloedzuigende Graaf Dracula (steeds gespeeld door Christopher Lee) en de krankzinnige Dokter Frankenstein (steeds gespeeld door Peter Cushing). Lee speelt in deze film overigens het monster.