Frank Murphy is een helikopterpiloot en Vietnamveteraan die nu voor het politiekorps van Los Angeles werkt. Het korps zit in volle voorbereiding van de Olympische Spelen van 1984 en Frank wordt gevraagd om mee te werken aan de test van een nieuw type helikopter, de Blue Thunder. Het toestel kan bijna geruisloos vliegen en is voorzien van zware artillerie en allerlei moderne spionagetechnologie zoals infraroodcamera’s en afluisterapparatuur waarmee men vanuit de helikopter mensen tot in hun eigen woning kan afluisteren. Officieel wil men de Blue Thunder inzetten tegen terroristen, maar het testprogramma gaat gehuld in een waas van geheimzinnigheid en als Frank op eigen houtje een onderzoek instelt, komt hij op het spoor van een grote samenzwering ...
Het verhaal rond een groep corrupte politici met een verborgen agenda die politieke tegenstanders uit de weg ruimen, zit nogal rommelig in elkaar; de samenzweerders zijn haviken die iets te maken hebben met de wapenindustrie, zoveel is zeker, maar wat hun precieze plannen zijn wordt niet erg duidelijk. Erg veel maakt dat niet uit: de helikopter uit de titel is ultra-cool, hemaal-te-gek, en regisseur John Badham (War Games) houdt de vaart er goed in met een reeks achtervolgingen en ontploffingen. De film heeft bovendien een voortreffelijke cast, met mooie rollen van Roy Scheider (Jaws) als Murphy en Malcolm McDowell (A Clockwork Orange) als zijn grote tegenstander.
De film werd opgenomen in 1981 maar lag twee jaar op de plank, blijkbaar omdat een verhaal over een ‘rechtse’ samenzwering niet goed paste in het toenmalige klimaat. In 1981 was Ronald Reagan president geworden en de Amerikanen wilden weer trots zijn op hun land en leger. Door dit uitstel zou de acteur Warren Oates (die Murphy’s chef speelt) de première niet beleven: hij overleed in 1982 aan een hartstilstand.