BrabançonneHet verhaal van Brabançonne is eenvoudig: Twee harmonieorkesten, het Vlaamse St. Cecilia en het Waalse En Avant, eindigen ex aequo tijdens de landelijke selectiewedstrijden en worden daarom beide uitgezonden naar de Europese finale in Brussel. St. Cecilia heeft echter een probleem: hun solist is na het concert dood neergestort op het podium. Elke, de dochter van de dirigent, heeft ontdekt dat de solist van de Walen, Hugues, zich door zijn collega’s miskend voelt, en probeert hem over te halen om bij St. Cecilia te komen spelen.Dat lijkt het perfecte recept voor een enigszins vettige klucht, maar het bijzondere is dat regisseur Vincent Bal zijn romantische komedie heeft gegoten in de vorm van een musical. De liedjes die te gehore worden gebracht, zowel in het Vlaams als in het Frans, zijn niet speciaal voor de film geschreven, maar gouwe ouwe hits uit het Vlaamse en Waalse repertoire. De aanpak doet denken aan die van de legendarische TV-serie The Singing Detective (1986) van Dennis Potter (de filmversie van het Nederlandse Ja Zuster, Nee Zuster was blijkbaar ook een inspiratiebron). Bal houdt de muzikale fragmenten kort, zodat de handeling niet te veel wordt opgehouden, en tegelijkertijd verlenen de muzikale momenten kleur aan het nogal eenvoudige script. Het is de combinatie die het ‘m doet, wat je noemt een synergetisch effect. Het leukste moment zit aan het begin van de film, als een donker gekleurde pastoor plots uitbarst in de smartlap Geen wonder dat ik ween van Paul Segers. Zoals de titel al doet vermoeden wordt in de film (soms letterlijk) de eenheid van het land bezongen. 'Ook al zijn we zo verschillend, we horen bij elkaar', enzovoorts. In de huidige politieke context (van met name Vlaanderen) is dat een waar statement. Brabançonne is echter te vrijblijvend om drammerig te worden. Er zijn wel een paar minpuntjes: de finale is nogal onnozel en hoewel beiden charmante verschijningen zijn, lijkt er weinig chemie te bestaan tussen Amaryllis Uitterlinden (Elke) en Arthur Dupont (Hugues). De bijrollen zijn erg goed gecast; het leukst zijn Rilke Eyckermans en Lisa Naert als het ongelijke duo vriendinnen van Elke (de één lang en mager, de ander klein en mollig), die beiden steeds een oogje hebben op de mannen die voor Elke vallen. Noot: Het is de vraag of de film in Nederland enig succes zal kennen. De Vlaamse hits waarvan fragmenten ten gehore worden gebracht, zijn in Nederland immers nauwelijks bekend (veel kijkers zullen - vreemd genoeg - meer vertrouwd zijn met de franstalige hits van Adamo en Plastic Bertrand). Verder zijn teksten als ‘Ziede gij me gere’ voor veel Nederlanders onbegrijpelijk.
Aanraders in overeenkomstige genres, volgens Boobytrap: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
Terug naar vorige pagina | Naar filmoverzicht |