La Isla Minima is een stijlvolle Spaanse thriller en tevens de meest succesvolle Spaanse film van de laatste jaren. De film won tien Goya’s (Spaanse Oscars) en werd ook in het buitenland enthousiast onthaald. Het verhaal speelt zich af in 1980, vlak na het einde van de dictatuur van Generaal Franco.
Twee rechercheurs worden naar Andalusië gestuurd, om de verdwijning te onderzoeken van twee zusjes van 15 en 16 jaar. In dezelfde streek zijn in het recente verleden diverse meisjes verdwenen, en hun lichamen werden steeds enkel dagen later teruggevonden, onteerd en verminkt. Een plaatselijke Don Juan - een flierefluiter voor wie alle meisjes vallen - lijkt iets met de zaak te maken te hebben, maar de rechercheurs denken dat hij slechts een radertje in een groter geheel is. Het onderzoek wordt bemoeilijkt door de geslotenheid van de bevolking, zeker wanneer het gerucht wordt verspreid dat de oudste van de twee rechercheurs voor Franco heeft gewerkt ...
De fotografie van het lege Zuid-Spaanse landschap is prachtig en het beeld van een land dat zich tracht te herstellen van lang periode van onderdrukking is uitstekend getroffen. Helaas laat de afwerking van de misdaadintrige te wensen over: de ontknoping is tamelijk dubbelzinnig en er blijven een aantal zaken liggen (we moeten het doen met suggestieve hints). In het Spanje na Franco bleven veel zaken onbesproken, dus in symbolische zin is het slot wel passend, maar er worden valse verwachtingen gewekt en uiteindelijk werkt de film beter als socio-politieke studie dan als thriller. De herinneringen aan de dictatuur zijn belangrijker dan de verdwijningen.
La Isla Minima is mooi gemaakt en sfeervol, maar de erg hoge verwachtingen die door de vele prijzen en lofuitingen werden gewekt, werden wat mij betreft niet ingelost. Denk overigens niet te snel dat de film is afgelopen: Het slot na het slot heeft een niet helemaal onverwachte, maar toch betekenisvolle onthulling in petto.