Een Koreaanse actiethriler, getypeerd als het Aziatische antwoord op Jason Bourne. De hoofdfiguur - genaamd Ji Dong-chul - is een voormalige geheim agent uit het communistische Noord-Korea, die naar het zuiden is overlopen nadat een missie uitliep op een drama: hij werd door zijn opdrachtgevers in de steek gelaten en zijn vrouw en dochtertje werden vermoord. In Zuid-Korea werd hij de privé-chauffeur van een rijke industrieel, maar als de man het slachtoffer wordt van een aanslag, wordt Ji Dong-chu onmiddellijk gezien als de voornaamste verdachte.
De actiescènes zijn buitengewoon spectaculair: hoofrolspeler Gong Yo ging maanden in training om de vechtscènes zelf te kunnen uitvoeren en de achtervolgingen (te voet en gemotoriseerd) behoren tot de beste die ik in lange tijd gezien heb. Het is echter een bezwaar dat het verhaal zo lastig te volgen is: de vertelling maakt rare sprongen in tijd en ruimte; we vliegen heen en weer tussen heden en verleden en maken geografische sprongen van Pyong Yang in het Noorden naar Seoul in het Zuiden (en dan is er ook nog een intermezzo in Hong Kong). Je moet heel goed opletten om het spoor niet bijster te raken ...
Verhalen als deze, gesitueerd in een wereld waarin niemand te vertrouwen valt, hebben behoefte aan een rustpunt, een hoofdpersonage met wie men zich als kijker enigszins kan identificeren. Het probleem is dat we aanvankelijk weinig sympathie voelen voor het personage van de opgejaagde spion Ji Dong-chu: Hij komt pas tot leven nadat we te horen hebben gekregen dat zijn dochter mogelijk nog in leven is. Vanaf dat moment weet ook regisseur Won Sin-yeon de losse eindjes aan elkaar te knopen. De tweede helft is veel gemakkelijker te volgen dan de eerste en enkele scènes zijn razend spannend. Het emotioneel geladen slot is een voltreffer. Uiteindelijk laat The Suspect je met een voldaan gevoel achter, maar het blijft jammer dat het zo lang duurt voordat het verhaal je weet te pakken.