Van alle quasi-grappige actiehelden uit de jaren '80 is John McClane altijd mijn favoriet geweest. Bij alle branie en air van onoverwinnelijkheid hield het personage uit de Die Hard franchise altijd iets menselijks. Een straatschoffie dat toevallig aan de goede kant van de wet terecht was gekomen.
In A Good Day to Die Hard, nummer vijf in de reeks, trekt John McClane naar Moskou. Putin, here we come! John sr. heeft vernomen dat John jr. is opgepakt voor een klein vergrijp en denkt de boel wel even te kunnen regelen. Eenmaal aangekomen in Moskou, blijkt al snel dat zoonlief helemaal niet is opgepakt, maar voor de CIA werkt en betrokken is bij een duister zaakje: de CIA probeert een terrorist het land uit te krijgen in ruil voor een getuigenis tegen een corrupte politicus, maar die politicus heeft een zeer lange arm en heeft de complete boven- en onderwereld tegen de Amerikanen in het geweer gebracht ...
John McClane in een stad waar geen mens zijn halfgare antwoorden kan verstaan is niet zo'n geweldig idee. Bruce Willis loopt wat verloren rond, niet alleen in Moskou, ook in de film: hij lijkt vaak niet meer dan een komische side-kick voor Jai Courtney (die zijn zoon speelt), de werkelijke hoofdpersoon van het verhaal. Regisseur John Moore stapelt verder de ene wilde actiescène op de andere; met name een achtervolgingsscène door de straten van Moskou (de film werd overigens opgenomen in Boedapest) giert volledig uit de klauwen: de halve stad ligt uiteindelijk in de kreukels en toch blijft John McClane botsingen veroorzaken.
Fans vonden dit het zwakste deel van de serie en daar valt weinig op af te dingen. De tweede helft is iets beter dan de eerste, met meer verhaal en op z'n minst één grote verrassing, maar het lijkt tijd geworden om een punt achter de carrière van John McClane te zetten. De man is per slot van rekening inmiddels ook 62.