Mira is een legendarische Belgisch-Nederlandse speelfilm uit 1971, geregisseerd door Fons Rademakers. Het scenario was gebaseerd op de roman De teleurgang van de waterhoek van Stijn Streuvels en werd mede geschreven door Hugo Claus. De film betekende de definitieve doorbraak voor zowel Willeke van Ammelrooy en Jan Decleir. Van Ammelrooy had al enkele rolletjes gespeeld in tamelijk obscure producties, Decleir maakte in Mira zijn filmdebuut.
De Waterhoek is een geïsoleerd gehucht aan de Schelde dat dreigt te worden ontsloten door een brug. de toekomst bereikt als het ware de Waterhoek. De bewoners zijn gesteld op hun isolement en verzetten zich daarom tegen de aanleg. De leider van het verzet is de vurige Lander (Decleir), die wordt bewonderd omwille van zijn moed, maar ook scheef wordt bekeken omdat hij een seksuele relatie heeft met zijn eigen nichtje, de sensuele en vrijgevochten Mira (op wie alle andere mannen in het dorp een oogje hebben). Tijdens een incident doden Lander en zijn vrienden in een opwelling een brugwerker. Als Lander wordt opgepakt begint Mira een verhouding met de aristocratische ingenieur die de bouw van de brug leidt, maar ook binnen deze relatie zal zij de vrijheid waarnaar ze verlangt niet vinden ...
Streuvels las veel Russische literatuur, met name Tolstoj, en De teleurgang bevat veel Tolstojaanse elementen, zoals het conservatieve verzet tegen de vooruitgang en de onmogelijkheid om de vrijheid te vinden, ook na het afwerpen van alle maatschappelijke kluisters en taboes. Mira vertegenwoordigt in dit wereldbeeld niet alleen de seksuele oerkracht, maar ook de ongeremdheid en menselijke hang naar ontucht en zonde. De dialogen klinken wat stijfjes, maar Rademakers toont zich eens te meer een goed verhalenverteller die weet hoe je de aandacht van de kijker moet vasthouden. Wel verdwijnt Decleir te snel van het toneel, waardoor de tweede helft van de film aan dramatische kracht inboet. Ook bezondigt Rademakers zich aan zijn traditionele fout om gastrolletjes in te ruimen voor vrienden en bekenden. Zo duikt Freek de Jonge plots op als inwoner van het Vlaamse boerendorp. Wat moet je daar nou mee?
De aardse schoonheid van Willeke Van verleent de film echter een broeierige aantrekkingskracht en het camerawerk van filmpionier Eduard van de Enden is adembenemend. De achtervolging van lander door de bossen in de omgeving is een hoogtepunt in de filmgeschiedenis van de Lage Landen.