Jodie Foster geniet vooral bekendheid als actrice, maar met Money Monster is ze ook al toe aan het vierde bioscoopfilm als regisseur. Na de ambitieuze flop The Beaver (2011) koos ze daarom wellicht voor deze gladde, flitsende financiële thriller. Omdat Georg Clooney de film mede produceerde, was Foster meteen verzekerd van een publiekstrekker in de hoofdrol.
Clooney is Lee Gates, een financieel adviseur die in zijn TV-show Money Monster tips geeft over beursgenoteerde bedrijven. Het brein achter de show is de vrouwelijke producer Patty Fenn, die vanuit de coulissen de touwtjes strak in handen houdt. Op een dag wordt het team gegijzeld door een ontevreden kijker, Kyle Budwell, die al zijn spaargeld heeft verspeeld met aandelen in het bedrijf IBIS, een investering die door Lee Gates als veilig werd aangeprezen. Budwell eist nu opheldering en excuses van Walt Camby, de directeur van IBIS ...
Money Monster scoort enkele punten als satire op Corporate America en de kloof tussen de kansrijke en kansarme burgers, maar is toch vooral een thriller. Er zijn sterke overeenkomsten met Dog Day Afternoon (1975) en Network (1976), maar er zijn zoveel plotwendingen en het tempo ligt zo hoog dat het gebrek aan originaliteit (en geloofwaardigheid) eigenlijk geen groot probleem is. Clooney is perfect gecast als de gladjanus die financiële tips geeft tegen een achtergrond van grafieken en getallen en ook Julia Roberts overtuigt als de producer die zich realiseert dat de live-registratie van een gijzeling wellicht de kans van haar leven is. De Ierse actrice Caitriona Balfe, bekend uit de serie Outlander, heeft een alleraardigst bijrolletje als de assistente van het financiële 'meesterbrein' Walt Camby, die instinctief aanvoelt dat de verklaringen van haar baas niet kloppen.