In deze tweede Batman-verfilming neemt Michael Keaton het stokje over van Adam West als de titelfiguur. Hij doet dit met verve en is naar mijn smaak de beste Batman tot nu toe.
In Burton´s Batman viert Gotham City haar tweehonderdjarig bestaan. De geplande festiviteiten staan in schril contrast met de corruptie en misdaad, die welig tieren in de stad. Een van de meest prominente inwoners van de stad, rijkeluisgast Bruce Wayne, is van zins daar iets aan te doen. Hij trekt een vleermuispak aan om zijn geheime identiteit te waarborgen en hangt de superheld uit.
Een van zijn eerste daden als Batman is de crimineel Jack Napier laten vallen in een pot toxisch afval. Jack wordt niet knapper van dit akkefietje. Na plastische chirurgie valt er voorgoed een sardonische grijns af te lezen van zijn gelaat. Hij doet wat make-up op en Joker is geboren. Deze is wat meer neergezet als een sadistische psychopaat dan de tammere Joker uit de serie. Joker, overigens vakkundig vertolkt door Jack Nicholson, blijkt in een grijs verleden Bruce Wayne´s ouders te hebben vermoord. Uiteraard krijgt Bruce zijn wraak. Hij heeft zelfs genoeg tijd om wat aan te klooien met de aantrekkelijke fotografe Vicky Vale...
Om het gebrek aan realisme kan ik niet malen. Burton heeft een cartooneske Batmanfilm gemaakt die dezelfde, zij het iewat meer duistere, sfeer uitademt als de gelijknamige serie uit de jaren ´60. Indien je die niet trekt, zul je deze film waarschijnlijk ook niet kunnen waarderen.
Het acteerwerk is dat van een bewegende strip; zwaar aangedikt en totaal geen benadering van de werkelijkheid. De special effects vallen me een beetje tegen, maar dit wordt ruimschoots gecompenseerd door de fraaie settings. Batman voldoet aan mijn verwachtingspatroon voor een stripverfilming. De film is sfeervol, herbergt een coole held en dito schurk, is niet al te serieus en bevat de nodige actie.