Voordat Wyoming een soevereine staat was, hadden grootgrondbezitters er aanzienlijke macht. Een van die grootgrondbezitters is Henry Ballard. Hij begint de paardenfokker Myrl Redding het leven zuur te maken als deze zich openlijk uitspreekt voor de soevereiniteit. Als Redding op weg is naar een veemarkt, vraagt Ballard hem $10 tol om over zijn land te mogen. Redding heeft slechts $5 bij zich en laat twee dure paarden achter als onderpand. Hij vertrouwt Ballard niet en vraagt zijn Indianenvriend op de beesten te letten. Als Redding terugkomt vindt hij zijn paarden ernstig verwaarloosd terug en ligt de Indiaan in de kreukels.
Redding wil via de rechter genoegdoening halen, maar deze corrupte gast geeft niet thuis. Als zijn vrouw indirect door de gang van zaken de dood vindt, is voor Redding de maat vol. Hij neemt het recht in eigen handen. Redding verkoopt zijn grond en huurt tientallen gasten in om Ballard op te jagen. Uiteraard slaat deze op de vlucht. Redding steekt stallen in de fik van iedereen die iets met hem te maken heeft. Tevens vallen er twee doden te betreuren. Door de opschudding belandt de zaak nu wel bij een (faire) rechter. Deze stelt Redding in het gelijk wat betreft de paarden en de Indiaan, maar voor gewapende rebellie en moord krijgt Redding de strop...
Wat moet je met dit soort drama, waarvan je het verloop wel kan uittekenen zodra de rechtschapen man en de gemenerik geïntroduceerd zijn. Ik heb er wel een beetje genoeg van voorlopig. Positief is dat de film geen happy ending kent.