De bedenker van Halloween kwam in 1987 met Prince of Darkness. Behalve de regisseur hebben beide films Donald Pleasence als lid van de cast gemeen, maar dan houden de analogieën tussen beide werken wel op. Waar in Halloween het kwaad vrij plastisch aanwezig is in de vorm van de lompe seriemoordenaar Michael Myers, is de veel grotere slechterik Satan vooral sluimerend aanwezig in de prent die ik hier bespreek. Dat wetende, mag het niet bevreemden dat het eerste expliciete horrorfragment in de film relatief lang op zich laat wachten en (helaas) van korte duur is. De film moet het in het begin vooral hebben van het, naar ik mag aannemen, mysterieus bedoelde sfeertje en de duistere plot. Deze verhaallijn is er echter een die de kijker wel een beetje dient te volgen, om zo de symbiose tussen sfeer en plot volledig tot bloei te laten komen. Het is daarom jammer dat de verhaallijn slechts matig weet te boeien, vooral op een vrijdagavond na een monotone kantoor-werkweek. Waar het sec op neerkomt is dat het kwaad zoals de overgrote meerderheid van de mensen het kent, een door de kerk gefabriceerde leugen is. Satan is namelijk tastbaar en volgt dus scheikundige - en natuurkundige formules. Leuk voer voor de wetenschappers en nerds die deze rolprent bevolken, om er lekker hun hypotheses op los te laten. Ze willen het namelijk stoppen, want op gezombificeerde wijze en onder invloed van deze aanwijsbare duivel, beginnen mensen elkaar te vermoorden. Het quantum-fysisch geklets over deeltjes en zo, dat grotendeels het eerste deel van de film opslokt, maakt in de tweede helft plaats voor aardig wat sterfscènes. Zoals het een horrorfilm betaamt, worden (hoewel sporadisch) onsmakelijkheden hierbij of anderzijds, niet geschuwd. In conclusie heb ik gemengde gevoelens bij Prince of Darkness, maar ben blij dat ik het geduld heb kunnen opbrengen het redelijk saaie eerste stuk uit te zitten.