King Kong is een baanbrekende film op vele vlakken. Zo is het een van de eerste monsterfilms ooit en bedient de prent zich van -voor die tijd- uiterst vernieuwende special effects van de legendarische Willis H. O`Brien. Deze effects werken anno nu mijns inziens nog steeds. Het gebruik van stop motion geeft de gorilla namelijk een natuurlijke manier van bewegen. Tevens loopt King Kong, oftewel The Eighth Wonder of the World, in tegenstelling tot de remake uit 1976 op vier poten in plaats van twee.
Niet dat realisme de grootste troef is van de film; anatomisch gezien is er bijvoorbeeld sprake van een ietwat moeilijke liefde. Nee, de gouden vondst is natuurlijk King Kong zelf (afgezien van zijn menshoge hand in de film slechts een halve meter hoog). Het Beauty and the Beast verhaal zorgde er voor dat de gorilla de harten van vele generaties stal en een van grootste Hollywood-iconen aller tijden werd. Qua marketing werd de primaat dan ook op talloze manieren geprostitueerd. Afgezien van de talloze remakes en rip offs is zijn imago niet weg te denken uit de huidige consumptie-maatschappij, wat objectief bezien een enorme prestatie is van een film uit 1933. Dat laatste is uiteraard geen argument voor de kwaliteit van de film, maar wel een logisch gevolg.
De film weet simpelweg goed te vermaken, ook naar huidige standaard. Er zit voldoende actie en in en de lijkenteller haalt de veertig. Waar Peter Jackson de plank misslaat met een film van drie uur, duurt het origineel slects honderd minuten, wat naar mijn mening de juiste speelduur is voor het uit de doeken doen van het dunne plot.